Vooral minderjarige mannen en omstanders gewond door vuurwerk

Vuurwerk_afbeelding.png

Elk jaar komt het maatschappelijk debat over het verbieden van consumentenvuurwerk terug, vanwege de risico’s op letsels en gezondheidsschade. Eenduidige registratie van vuurwerkletsels bestond echter nog niet. Ziekenhuizen in Zuidwest-Nederland zijn rond de jaarwisseling 2017-2018 een dergelijke registratie gestart en publiceren hun bevindingen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Vooral minderjarige mannen en omstanders blijken gewond te raken door voornamelijk legaal vuurwerk.

Brandwondencentrum

Onderzoekers van het Brandwondencentrum van het Maasstad Ziekenhuis, Het Oogziekenhuis Rotterdam en de afdeling Traumachirurgie van het Erasmus MC voerden dit jaar voor het eerst een uitgebreid en integraal onderzoek uit naar vuurwerkletsel door consumentenvuurwerk. In december 2017 en januari 2018 zijn 63 vuurwerkslachtoffers behandeld in één van de twaalf ziekenhuizen in Zuidwest-Nederland. Van 54 van hen zijn objectieve gegevens verzameld over het soort letsel, het ontstaan van het letsel, de behandeling en de langetermijnuitkomsten.

Letsel door vuurwerk

Het overgrote deel betrof mannen (93%) en de mediane leeftijd was 15 jaar. 25 gewonden (46%) waren omstander en 12 mensen (22%) raakten gewond door illegaal vuurwerk. Van de 54 patiënten raakten er 50 gewond door knalvuurwerk (n= 22) of siervuurwerk (n = 28). De 54 geïncludeerde patiënten hadden 79 letsels; het letsel was 29 keer (37%) gelokaliseerd aan armen of handen en 19 keer (24%) aan de ogen. Letsel aan de arm of hand bestond voornamelijk uit brandwonden (69%), met name tweedegraads. Oogletsel werd 14 keer door stomp inwerkend geweld veroorzaakt, 7 keer door chemisch letsel en 1 keer werd het oog gepenetreerd. Er raakten 3 patiënten indirect gewond door vuurwerk.

Maatschappelijke en politieke discussie

Arts-onderzoeker Daan van Yperen: “Met de gegevens die wij verzamelden in alle ziekenhuizen in de traumaregio Zuidwest-Nederland, beogen wij de maatschappelijke en politieke discussie omtrent een eventueel verbod op consumentenvuurwerk van objectieve informatie te voorzien, met het doel het aantal vuurwerkslachtoffers in de toekomst te verminderen.” De uitkomsten op langere termijn en de kosten die samenhangen met het letsel worden momenteel verzameld en volgend jaar gepubliceerd. Daarbij wordt gekeken naar zowel de directe medische kosten als de indirecte maatschappelijke kosten. De patiënten worden een jaar gevolgd om een betrouwbare indruk te krijgen van de werkelijke kosten.

Consumentenvuurwerk

De discussie over het wel of niet verbieden van consumentenvuurwerk zwelt jaarlijks aan, zeker in december. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid stelde vorig jaar dat er veiligheidswinst te boeken is door een kentering in de wijze waarop Nederland omgaat met de problemen rond de jaarwisseling. Naar het oordeel van de Raad is het lichamelijk letsel dat mensen oplopen door consumentenvuurwerk niet verenigbaar met het beoogde feestelijke karakter van oud en nieuw. De Raad gaat uit van circa 480 gewonden bij wie gemiddeld 200 ogen beschadigd raken. Ook de bijkomende kosten van vuurwerkongevallen zijn hoog: naast de directe kosten voor de behandeling en revalidatie kunnen ook de kosten voor arbeidsverzuim hoog oplopen.