In het kader van het 150-jarig jubileum van Het Oogziekenhuis Rotterdam kijken we naar de ontwikkelingen in de oogheelkunde. Hoe zagen oogbehandelingen er veertig jaar geleden uit en welke apparatuur werd toen gebruikt in vergelijking met nu? We spraken hierover met Monique van Wingerden, Oogheelkundig operatieassistent van Het Oogziekenhuis Rotterdam.
De oogheelkunde heeft door de jaren heen een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Niet alleen hebben we tegenwoordig veel meer kennis over het oog, maar er zijn nu ook veel meer verschillende soorten operaties mogelijk. Veertig jaar geleden werd er tijdens operaties gebruikgemaakt van meerdere losse apparaten. Tegenwoordig zijn veel van deze apparaten samengevoegd in één systeem dat veel nauwkeuriger werkt. Dit maakt de operaties sneller en minder belastend voor het oog, waardoor patiënten vaak dezelfde dag nog naar huis kunnen.
"De eerste laser die we gebruikten was eigenlijk de IO CRYO, maar die veroorzaakte helaas meer schade dan gewenst," vertelt de Monique. "De lasers van nu zijn veel preciezer en minder belastend voor het oog. We kunnen het apparaat nauwkeurig afstellen voor elke patiënt. Vroeger hadden we voor één operatie vijf verschillende apparaten nodig, allemaal met hun eigen pedalen en geluiden. Nu is dat allemaal samengevoegd in één apparaat dat de oogarts met één pedaal kan bedienen."
Door de jaren heen is er veel veranderd, niet alleen in de apparatuur, maar ook in de manier waarop we opereren. "Vroeger was er soms een instrumentenmaker van het ziekenhuis aanwezig tijdens operaties om de zelfgemaakte instrumenten ter plekke aan te passen als dat nodig was. Als iets niet voldeed, werd het direct in de kelder aangepast en opnieuw gesteriliseerd, zodat we het tijdens de volgende operatie weer konden gebruiken."
"Ik leer nog elke dag nieuwe dingen over het oog tijdens de operaties," voegt Monique toe. "Samen met ons team blijven we ons ontwikkelen om patiënten steeds beter te kunnen helpen."